Programma: Roaring Romantics
Bekijk de teksten van:
Zigeunerlieder, Brahms
1.
Hé, zigeuner, bespeel de snaren!
Speel het lied van het ontrouwe meisje!
Laat de snaren huilen, klagen, treurig en bang
tot deze wangen nat zijn van hete tranen!
2.
Torenhoog water van de Rima, hoe somber ben je,
aan de oever treur ik om jou, mijn liefste!
Golven ijlen, golven stromen, ruisen over het strand op mij toe;
laat me aan de oever van de Rima eeuwig huilen om haar.
3.
Weten jullie wanneer mijn lief het allermooist is?
Als haar zoete mondje grapt en lacht en kust.
Schatje, je bent van mij, ik kus je liefdevol,
De hemel heeft jou alleen voor mij geschapen!
Weten jullie wanneer mijn lief mij het liefst is?
Als hij mij in zijn armen houdt.
4.
Lieve God, u weet, hoe vaak ik het berouwd heb
dat ik mijn liefste ooit een kusje gaf.
Mijn hart beval me hem te kussen,
ik denk zo lang ik leef aan die eerste kus.
Lieve God, u weet hoe vaak ik in stille nachten
vol lust en lijden aan mijn lieve schat heb gedacht.
De liefde is zoet, al is berouw bitter,
arm hart, blijf hem eeuwig, eeuwig trouw.
5.
Bruine jongen leidt naar de dansvloer
zijn mooie meisje met blauwe ogen,
slaat zijn sporen tegen elkaar aan.
Een zigeunermelodie begint.
Hij kust en liefkoost zijn zoete duifje,
draait haar, leidt haar, juicht en springt!
En werpt drie witte zilveren guldens
op de cimbaal, zodat die blijft spelen.
6.
Drie roosjes op een rij bloeien rood,
Dat jongens naar meisjes gaan is geen verbod,
Lieve God, als dat verboden was, bestond de
mooie wijde wereld allang niet meer,
als vrijgezel blijven een zonde was!
Het mooiste stadje van Alföld is Ketch kemet,
daar vind je veel knappe, leuke meisjes!
Vrienden, zoek daar naar een bruidje,
ding naar haar hand en sticht een gezin
drink de beker van het genot leeg!
7.
Denk je soms, lieve schat,
aan wat je me ooit met een heilige eed hebt beloofd?
Bedrieg me niet, verlaat me niet,
je weet niet hoeveel ik van je houd;
hou jij van mij zoals ik van jou,
dan word je overspoeld door Gods genade.
8.
Hoor, de wind klaagt zachtjes in de takken;
lieve schat, het is mooi geweest: slaap lekker.
Ach, hoe graag zou ik jouw armen rusten,
maar het afscheidsuur nadert, God bescherme je!
Donker is de nacht, geen sterretje geeft licht;
lieve schat, vertrouw op God en huil niet.
Als die lieve God mij ooit naar je terugbrengt,
blijven we eeuwig verenigd in gelukkige liefde.
9.
In de verste verte is er niemand die naar mij kijkt,
en als ze me haten, wat kan mij dat schelen?
Alleen mijn schat moet van mij houden altijd,
moet me eeuwig kussen, omarmen en liefkozen.
Er is geen ster die kijkt in de donkere nacht;
er is geen bloem die met geurige pracht naar mij straalt.
Jouw ogen, jouw ogen zijn voor mij bloemen, het licht van sterren,
die mij zo prettig verlichten, die alleen voor mij bloeien.
10.
De maan verbergt zijn gezicht,
lieve schat, ik ben niet boos op je.
Zeg eens, als ik je bedroefd kon maken met mijn boosheid
hoe kon ik dan van je houden?
Mijn hart staat in vuur en vlam voor jou,
maar niemand heeft het je nog bekend.
Binnenkort gek van liefde,
binnenkort zacht en liefdevol als duifjes.
11.
Rode avondwolken trekken langs het firmament,
vol verlangen naar jou, mijn lief, brandt mijn hart.
De hemel straalt met een prachtige gloed
en ik droom dag en nacht
alleen van mijn zoete liefje.